Rosalien Kwakkel
Oudejaarsdag 2020 zat ik bij de huisarts. Ik had iets gevoeld in mijn linkerborst. Ze beaamde het en er werd geen tijd verloren, want 5 januari zat ik in het ziekenhuis bij de chirurg. Daar mocht ik op de spreekwoordelijke trein stappen, een weg terug was er niet.
Foto, echo en punctie volgden met gelukkig dezelfde dag de uitslag. De mededeling was: “wat we nu zien lijkt een voorstadium van borstkanker, maar geen zekerheid, want de plek is groot en grillig. Hou er rekening mee dat we je borst waarschijnlijk niet kunnen sparen.”
Oké, ging dit over mij? Zo voelde het niet. Gekscherend zei ik: “Nou kan die andere er dan ook niet af?!”. Ik voelde een soort ongeloof, nee dit gaat niet over mij. Ik had een paar maanden ervoor m’n moeder begraven, zij had ook borstkanker. Mijn enige gedachte was: NEE, niet ik ook.
Er is ook gen onderzoek gedaan, maar daar kwam niks uit. Ik had gewoon pech of geluk, al voelt dat toch niet helemaal zo. Nog meer onderzoeken volgden en nog meer gesprekken. Je kent ze, als je dit hebt meegemaakt.
De MRI liet alleen zien dat ook in de andere borst iets te zien was. Toen zakte de grond even weg onder m’n voeten. Dit heeft me doen besluiten beide borsten te laten amputeren. Dat was best een heftige keus, maar het voelde als de enige juiste keuze. Ik heb toen ook gekozen om geen reconstructie te doen, ik wilde geen gedoe meer aan m’n lijf. Uit pathologisch onderzoek bleek gelukkig dat ook in de andere borst voorstadium zat.
De operatie volgde en dan is het werkelijkheid. Naar de littekens kijken of aanraken heeft echt even geduurd. Ik denk dat het te confronterend was. Helaas had ik een bloeding aan een kant, waardoor ik nogmaals geopereerd moest worden. Dat heeft het litteken geen goed gedaan. Helaas, ook dat gebeurt. Na de operatie heb ik ook protheses gekregen. Ik merk dat ik die niet (ver)draag. Ik ben liever ‘bewust plat’, zeg maar en dat bevalt me goed.
Vrij snel na de operatie vroeg ik de chirurg of ik mocht sporten. Meer als houvast, voor m’n gevoel kon ik mijn arm nooit meer omhoog krijgen. Hij verwees me naar een fysiotherapeut. Dat was een goede tip, in alles voelde dat als mijn redding. De fysiotherapeut heeft me letterlijk bij de hand genomen en me uit het dal getrokken. Ik kan nu alles weer bewegen (en nog beter) als voorheen. Hij heeft ook het litteken perfect behandeld, ook daar zitten geen beperkingen meer.
Ik ben iemand die moeilijk hulp vraagt. Daarom was het voor mij een eenzame weg. Er gebeurt zoveel belangrijks dat voor mij de klik met de chirurg, en later de fysiotherapeut, heel belangrijk zijn geweest. Wat ook heeft geholpen is dat ik een coach had die tegen me zei: “Je kan het beter aan gaan, dan ertegen vechten. Ellende komt toch hoe dan ook in je leven, op welke manier dan ook. Je kunt er maar beter mee dealen.”
Voor ieder is het anders en hulp vragen is moeilijk, maar wees eerlijk en zoek en aanvaard hulp. Vrij snel weer gaan bewegen na de operatie is voor mij zeer helpend geweest. De fysiotherapeut was een reddende engel. Mijn geluk, al klinkt dat gek, is dat alles voorstadium bleef en nabehandeling niet nodig was. Vertrouwen in je lijf terugkrijgen is wel een proces, daar zit ik nog middenin.
Zoek dus maar naar mensen die je willen helpen in het proces. Schroom niet, maar door eerlijk te zijn en te zeggen wat ik voelde, kwamen de juiste mensen op mijn pad.
Rosalien